Page 5 - Golfclub Capelle
P. 5
Lokale regels
1. Buiten de baan: Het water aan de buitenzijde van de baan bepaalt de
grens van de baan en kan verder worden aangegeven door witte palen
of witte strepen op hekken.
2. Grond in bewerking (GUR): Wordt aangegeven door blauwe palen. Bij
belemmering is de speler verplicht deze te ontwijken volgens Regel
16.1f.
3. Palen: Afstandspalen en palen die hindernissen of GUR markeren zijn
vaste obstakels. De belemmering mag worden ontweken volgens Regel
16. Deze palen mogen beslist niet worden verwijderd. Out-of-bounds
palen mogen niet zonder straf worden ontweken en mogen niet worden
verwijderd.
4. Hole 4: Indien een speler in zijn stand of swing belemmerd wordt door
het hek tussen de green en de gele tee van hole 9, mag een bal zonder
straf worden gedropt in de dropping zone (als bedoeld in Regel 14.3)
aangegeven met de paal DZ en van daar spelen.
5. Hole 10: Als een bal in de hindernis achter de green ligt of als het
bekend of praktisch zeker is dat een bal die niet is gevonden tot stilstand
is gekomen in die hindernis, mag de speler
a: handelen volgens Regel 17.1. óf b: met 1 strafslag een bal droppen in
de dropping zone (zoals bedoeld in Regel 14.3) aangeduid met de paal
DZ en van daar spelen.
6. Hole 15: Indien een bal gespeeld vanaf de green, vanuit een bunker, of
andere plaats rondom de green, in de hindernis terecht komt of als het
bekend of praktisch zeker is dat een bal die niet is gevonden tot stilstand
is gekomen in die hindernis, moet de speler a) handelen volgens Regel
17.1 óf b) met 1 strafslag een bal droppen in de dropping zone (zoals
bedoeld in Regel 14.3) aangeduid met de paal DZ en van daar spelen.
7. Winterregel (van toepassing van 1 november tot en met 30 april)
Als de bal van een speler in het algemene gebied, gemaaid op
Lokale regels